Wie ben ik?

Geboren op 21 september 1951 in Den Bosch, als eerste van de vijf kinderen van Louis Slippens en Ria van den Dungen. Mijn wieg, volgens de overlevering een oude eierkist, stond achter de zuivelwinkel “Het Zuivelhuis” van mijn ouders, Hinthamereinde 3. Met recht mag ik dan ook trots de zoon van een melkboer genoemd worden.

Mijn gerichtheid op omzet, in modern Nederlands spreken we tegenwoordig van de topline, komt voort uit een aantal toen al aanwezige omgevingsfactoren.

  1. Mijn moeder drukte met haar zwangere buik, na het afrekenen, altijd de kassalade dicht waarna er een kassabelletje klonk. Als ongeboren foetus ving ik uiteraard dat geluid op en leerde zo, als vanzelf, drukke dagen en dus veel (buik)actie en veel omzet herkennen.
  2. Vertegenwoordigers werden bij binnenkomst naar achteren verwezen met de opmerking van mijn ouders: “Haal onze Abel maar vast uit de wieg”, waarna er een charme offensief mijnerzijds volgde en de inkoopcondities steeds scherper werden.
  3. Naast de zuivelwinkel van mijn ouders bevond zich een forse De Gruyter winkel en er recht tegenover een André van Hilst, destijds beiden gerenommeerde levensmiddelen ketens. Dus mijn eerste stappen buiten werden gezet voor de winkelpui van de concurrentie, om het vijandbeeld alvast wat aan te wakkeren.

Meegekregen door het leven

We hadden thuis vijf kinderen toen mijn moeder ernstig ziek werd. Ze  kreeg een hersentumor toen ik 6 was en zij 33 jaar. Op 60 jarige leeftijd is ze overleden. Ze is jaren en jaren op en af vaak geopereerd en pittig ziek geweest, maar zo krachtig als zij in het leven stond kun je alleen maar bewonderen. Ze durfde haar zwakke kanten te laten zien, maar had ook een enorme levensvreugde en herstelkracht. Ondertussen runde mijn vader een stevig groeiend bedrijf en een gezin met vijf kinderen samen met een niet altijd gezonde vrouw. Over kracht gesproken.

Leidinggeven

Mijn leidinggevende eerste ervaringen werden opgedaan in de zandbak waar ik als meewerkend voorman aan mijn vriendjes aanwijzingen stond te geven waar precies de volgende tunnel gebouwd moest worden. Dat ik daarna bij de welpen leider werd van het Rode Nest was dan ook niets anders dan normaal. Blijkbaar zat er iets in mij dat ik toen niet onderkende. Ik vroeg me later ook niet af waarom ik aanvoerder werd gemaakt van mijn hockeyteam, of klasse-oudste op de middelbare school. Het was gewoon zo. Ik zag dat mijn toekomst lag in leidinggeven, zonder dat ik daar direct een carrière bij had bedacht.

Mijn belangrijkste leerschool qua leidinggeven : omring je met mensen die stukken beter zijn in hun specialisme dan jezelf. Bij Sligro had ik het geluk een maat te vinden (Huub) die mijn belangrijkste klankbord werd. 17 jaar werkten we samen, schouder aan schouder. Zelden paste mijn ondernemende ideeën direct in zijn financiële plannen. Maar met respect naar elkaar, onderling pittig discussiërend, groeiden optimisme en pessimisme samen tot realisme.

Mijn eerste onderneming was een in de zomervakantie jaarlijks terugkerend zomercircus bij ons in de tuin, waar de aanwezige geiten, kippen, marmotten, konijnen en ezel attractief en uiteraard tegen betaling op allerlei manieren ingezet werden voor alle buurtkinderen. Zoals in een echt familiebedrijf runden mijn zussen de kassa en deed mijn broer de verkoop van de limonade en koeken.

“Ik zag dat mijn toekomst lag in leidinggeven, zonder dat ik daar direct een carrière bij had bedacht.”


Mijn middelbare schooltijd verliep weliswaar met horten en stoten toch redelijk voorspoedig (in mijn ogen overigens voorspoediger dan in die van mijn ouders) binnen de daartoe gestelde maximale tijd van 7 jaar. Via enkele minder geslaagde jaren HBS werd daarna uiteindelijk met succes de Havo behaald. De Hogere Levensmiddelen Technologische school volgde en werd afgerond met een jaartje Nijenrode CT.

Militaire dienst

Mijn militaire dienst vervulde ik 18 maanden bij de contra inlichtingendienst (C.I.D.). Daar leerde ik informeren, analyseren, ondervragen, achtervolgen, onzichtbaar worden, de vijand afleggen, infiltreren, koude oorlogsvoering en meer van dit soort spionnentaken, eigenschappen waar ik tijdens mijn ondernemersleven veel aan gehad heb. Daarnaast was het goed voor mijn zelfvertrouwen.

Mijn eerste echte werkgever was Burroughs, een computerbedrijf, maar in ICT ligt niet zozeer mijn talent, hetgeen nu nog iedere dag blijkt. Na een jaartje vertrok ik naar een inkoopcombinatie, het G.I.B., waar ik van een zeer ervaren rot in het vak, Hans van Beek, het inkoopvak dagelijks met de paplepel ingegoten kreeg.

Na enkele jaren G.I.B. trad ik in 1978 in dienst van het familiebedrijf Sligro (Slippens Groothandel) als Hoofd Inkoop, waar ik in 1988 algemeen directeur werd en na 30 jaar ondernemen op 21 september 2008 om 10 over 3, op precies 57 jarige leeftijd vertrok.

Er wordt gezegd dat Sligro in mijn tijd “een democratie was met een dictator aan  het hoofd”. Ik lever tegen deze analyse geen strijd. Maar ter nuancering: ja ik geloof in een beperkt interventionisme als baas. Ik houd supervisie, niet om te dicteren maar om te inspireren. Een bedrijf is geen praathuis waar iedereen onbeperkt mag meebeslissen.

“Ik trad in 1978 in dienst van het familiebedrijf Sligro als Hoofd Inkoop, waar ik in 1988 algemeen directeur werd en na 30 jaar ondernemen vertrok.”

Sinds mijn vertrek bij Sligro was ik lid van een stuk of 20 RVC’s, respectievelijk RVA’s, RVT’s en familiestichtingen. Dat heb ik nu inmiddels weer afgebouwd. Maar ik neem al opbouwende ook inmiddels met kleinere en grotere percentages deel in een aantal veelal jonge bedrijven. Tevens coach ik een 10 tal jonge ondernemers. Dit onder het motto:

Als je ook leert van fouten van anderen hoef je die niet allemaal zelf te maken.



Ik probeer mijn ervaring op een constructieve manier in te zetten. Dus niet alleen waarschuwen wat allemaal niet kan en nooit zal werken maar vooral mijn ervaring gebruiken om richting te geven aan hoe het wel kan. Dan kun je van meerwaarde zijn voor een ondernemer en zijn bedrijf.

Ja, waarom doe je dat allemaal? Ik ben opgevoed met een groot verantwoordelijkheidsgevoel en plichtsbesef. Het zijn ook niet allemaal de makkelijkste of eervolste klussen omdat ik vaak handel volgens het principe:

Als niemand het doet, doe ik het wel weer.



Als je de mogelijkheid hebt om mensen te helpen of iets kunt waarmee je anderen verder kunt brengen moet je dat doen! Ik probeer op mijn manier een beetje voorbeeld te zijn voor anderen. Als je het geluk hebt om als ondernemer de top te bereiken dan moet je ook de verplichting voelen om de ander hogerop te helpen. Veel mensen hebben niet geleerd om plichten te doen voor de maatschappij of de groep, maar wel om als individu rechten te hebben op van alles.

Ik denk dat ik best wel sensitief ben. Ik hoor en ik zie heel veel. Mijn radar staat bijna altijd aan. Ik zie ‘t ook als mensen iets niet zeggen, maar het ze wel dwars zit. Ik lees tussen de regels door, dat is soms best wel vermoeiend.

Privé

Ik ben gelukkig getrouwd met Fieke, de liefde van mijn leven. Samen hebben we de zorg over én het plezier van 7 kinderen en tot nu toe 13 kleinkinderen.In elke vader zit de wil om van betekenis te zijn voor zijn kinderen en kleinkinderen. Of dat dat gelukt is hoor je meestal op zijn begrafenis.

Mijn hobby’s zijn paarden- en geitenfokken, lezen, ondernemen en ondernemers helpen.

Met de wereld van poen en patsers heb ik helemaal niets. Mij zul je niet tegenkomen op feestjes waar je gezien moet worden en ik zal nooit lid worden van de Rotary en Lions en meer van dat soort clubs. Je moet je bezighouden met dingen die bij je horen, niet met de dingen om erbij te horen.

IJdelheid… Ik heb de pest aan mensen die zich op hun borst kloppen vanwege hun rijkdom. Ik ben van mening dat je geld verdienen alleen maar moet zien als een middel om onafhankelijk te zijn. Ik vind dat alles wat je in je leven hebt bereikt is gekregen. Ofwel, doordat je toevallig gezegend bent met bepaalde talenten, ofwel doordat je kansen van je ouders hebt gekregen. Alhoewel ik op een vrijdag ben geboren voel ik me toch een zondagskind: ik ben gezegend en heb gekregen. Mijn devies luidt dan ook:

Hard werken, nuchter blijven en geen kapsones.



Van hard werken is nog nooit iemand doodgegaan. Mensen sterven door verveling, psychologische conflicten en ziekten. Hoe harder mensen werken, hoe gelukkiger en gezonder ze zullen zijn, denk ik. Ook ben ik er inmiddels van overtuigd geraakt dat levenservaring als resultaat van alles wat je meemaakt niet helemaal een verzinsel is.

Ik geloof in een maatschappij, en dus ook in een bedrijf als onderdeel van die maatschappij, met sociaal gevoel en sturing en dus een vorm van solidariteit.

Ik vertel altijd alles maar sommige dingen achteraf is een van mijn motto’s. Zelden was ik opener over mijn diepste drijfveren dan hier in “wie ben ik “.

Video door Sligro

Een impressie van de schrijver van deze blog.

Artikel Financieel Dagblad

Lees het interview van het Financieel Dagblad met de titel “Die scheur in mijn broek was goed voor het zelfvertrouwen.”