Ondernemingsraad
Veel ondernemers, OR-plichtig, zien vaak op tegen het instituut ondernemingsraad. Medezeggenschap, een lastig woord, duidt op mee kunnen beslissen en een ondernemer beslist nu eenmaal het liefst alleen. Mensen mee laten beslissen, die daar, in de ogen van de ondernemer, weinig of geen verstand van hebben, voelt al helemaal als een blok aan het been. Een OR-lid wordt ook niet gekozen op basis van bestuurs-, beoordelings- en besliskwaliteiten. OR-overleg, medezeggenschap, kan dan ook volgens mij niets te maken hebben met over strategische ondernemingsvraagstukken mee (laten) oordelen, oplossen of beslissen.
Je hoeft je oren maar goed te luisteren te leggen en je hoort veel frustraties binnen organisaties. Van de kwaliteit van de koffie tot de manier van leiding geven, van de prijs van de kroketten tot de aanwezige werkdruk. (Druk kennen we niet meer bij Sligro, het is té druk of lekker druk). Personeel dat iets te mopperen heeft weet doorgaans de weg naar de OR wel te vinden al was het maar om hem voor hun karretje te spannen. Daar zijn die jongens en meiden van de OR tenslotte toch voor? Ondernemingsraden, betrokken en vol verantwoordelijkheidsgevoel nemen dit soort geluiden vaak serieus en terecht daar zijn ze tenslotte voor, toch? De vraag die de OR vervolgens zichzelf vaak vergeet te stellen is, of ze wel de juiste weg daarvoor zijn. Zaken echter, die leven bij het personeel, die diep gevoeld en breed gedragen worden, stranden juist vaak bij een door de OR ingezette poging om iets te veranderen. De inschattingsfout die ondernemingsraden vaak maken is, dat men bevoegdheid gelijk ziet aan de plicht tot aankaarten en de OR zichzelf vaak overschat in zijn mogelijkheid daadwerkelijke verandering op gang te brengen.
Wat zegt de wet?
Een ondernemingsraad is een inspraak- en medezeggenschapsorgaan binnen een bedrijf. Hij bestaat uit werknemers die namens het personeel overleg voeren met de werkgever over het ondernemingsbeleid en de personeelsbelangen. Elk bedrijf in Nederland met 50 of meer werknemers (dus geen fte‘s) is verplicht om, voornamelijk wanneer het direct de werknemers en hun rechten betreft, een rol te spelen in de ondernemingsraad. De omvang en samenstelling kan per bedrijf verschillen. In de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) zijn de rechten en plichten van de OR vastgelegd.
De ondernemingsraad heeft bij bepaalde typen van beleid, voornamelijk wanneer deze direct de werknemers en hun rechten betreffen, het recht een rol te spelen in de besluitvorming. Dit recht komt met name tot uitdrukking in vier rechten:
- Overlegrecht
- Instemmingsrecht
- Adviesrecht
- Initiatiefrecht
Overlegrecht
De OR heeft het recht overleg te voeren met de werkgever over ‘aangelegenheden betreffende de onderneming’. De werkgever is verplicht om hieraan mee te werken. Minstens twee keer per jaar dient een overlegvergadering plaats te vinden waarin de OR en de werkgever de algemene gang van zaken van de onderneming bespreken. De werkgever deelt mee welke belangrijke besluiten hij voorbereidt over financiën of de organisatie en spreekt met de OR af wanneer en hoe de OR in de besluitvorming wordt betrokken
Adviesrecht
Voor besluiten die belangrijke financiële, economische en/of organisatorische gevolgen hebben voor de onderneming, moet de ondernemer door middel van een adviesaanvraag advies inwinnen bij de OR. De ondernemer moet het advies serieus meewegen in de besluitvorming. Wijkt de ondernemer af van het advies, dan moet hij dit schriftelijk motiveren naar de OR. Wanneer de ondernemer een besluit neemt dat afwijkt van het advies van de OR, dan moet de ondernemer een maand wachten tot hij het besluit uit mag voeren.
Instemmingsrecht
Voor besluiten die direct betrekking hebben op een aantal personele regelingen (zoals een werktijdenregeling of een regeling met betrekking tot arbeidsomstandigheden) moet de ondernemer instemming hebben van de OR voordat het besluit ten uitvoer kan worden gebracht. Als de OR niet instemt met het voorstel en de ondernemer toch zijn besluit wil uitvoeren, dient hij een gerechtelijke procedure aan te spannen.
Initiatiefrecht
De OR kan de ondernemer voorstellen doen over zaken die de onderneming betreffen. Kortom, een berg formeel geregelde inspraakprocedures, zonder al te veel echte strakke rechten, nooit beslisrecht maar wél een hoop “praatformaliteiten” die vaak tot allerlei slepende discussies leiden en remmend kunnen werken in allerlei procedures. Een overblijfsel uit het jaren 70: iedereen heeft recht op alles en moet overal over mee mogen praten.
Wat is de ondernemingsraad als orgaan in mijn ogen dan wél? Waarom vind ik, dat ieder zichzelf respecterend bedrijf van enige omvang een OR moet hebben? Het biedt je een gestructureerde manier om mensgericht, werknemers en werkgever samen binnen je onderneming, zo optimaal mogelijk voor bedrijf en medewerkers bezig te zijn. Waarom heeft een actief OR-beleid binnen een bedrijf voor een onderneming, voor een medewerker en voor het bedrijf zoveel waarde?
Hoe ga je te werk?
Bij de start van iedere OR-periode krijg je een groep mensen “toebedeeld”. Verkozen, omdat ze hun nek willen uit steken, tijd beschikbaar willen stellen en zich kwetsbaar richting de leiding op durven stellen én kennelijk, om wat voor reden dan ook, gedragen worden door een meerderheid van stemgerechtigde werknemers. Mensen, die mee willen denken vanuit hun positie, hun ervaring en beleving met het bedrijf. Waardevolle mensen dus.
Een ondernemingsraad benader ik altijd vanuit drie hoeken:
- Serieus nemen.
- Vroegtijdig informeren.
- Zeker geen procedurerakkers laten worden.
Strategievraagstukken vereisen in mijn ogen geen toestemming, inspraak, adviesrecht of wat dan ook. Besluiten die uit deze strategische vraagstukken voortvloeien en gevolgen hebben voor de medewerkers, de organisatie, de cultuur, echter wél. Door regelmatig en tijdig over de strategie en de strategiewijzigingen te praten, ontstaat vanzelf draagvlak en begrip voor noodzakelijke personele aanpassingen.
Helder, open (en dat is dus soms kwetsbaar) zaken en ontwikkelingen uitleggen, luisteren en open staan voor OR- kritiek op de ondernemingsleiding, of gebruik maken van de OR-inbreng op de vertaling van het ondernemingsbeleid in de lijn, naar de vloer, is een uitstekende, zinvolle en leerzame manier van samenwerken. Ik doe wat ik zeg en ik zeg wat ik doe, is daarbij een belangrijke leidraad. Ieder signaal is er één, dus afsluiten daarvoor is uit den boze. De ondernemingsraad wordt door deze aanpak een wezenlijke bijdragende factor in het ondernemingssucces. Goed uitleggen is ook een kunst. Een aantal zaken zijn door de OR nu eenmaal moeilijk te begrijpen als je niet constant in de top meedraait. “Soms moet je een strijd meer dan één keer voeren om hem te winnen,” zei Margaret Thatcher eens.
“Ik doe wat ik zeg en ik zeg wat ik doe.”
Ik hou ondernemingsraden altijd voor, dat niet alleen de baas, maar ook de werknemer redelijk en billijk moet zijn. In deze zware tijden houdt dat bijvoorbeeld in dat verworven rechten rustig ter discussie mogen staan om gezamenlijk te trachten de kosten te drukken, waardoor banen behouden kunnen worden of de continuïteit van de onderneming gewaarborgd. Je hebt als werknemer en als ondernemingsraad (medezeggenschap)rechten, maar zeker ook plichten.
De wijze waarop een ondernemingsraad de leiding benadert, maar zeker ook hoe de leiding de ondernemingsraad benadert, is een essentieel onderdeel van de samenwerking. Kies je voor het conflictmodel, het harmoniemodel, het zakdoekje-leggen-niemand-zeggen-model, het van wrijving-komt-vaak-glans-model of het scheppen-van-draagvlak-model? Wil je een ondermijningsraad zijn of vind je dat té veel medezeggenschap altijd té veel tijd en té veel geld kost?
Ook heeft de ondernemingsraad het recht een externe adviseur in te schakelen. Ik heb ontdekt, in mijn contacten met diverse ondernemingsraden bij diverse bedrijven, dat als dat het geval is, er heel veel schort aan de relatie OR-ondernemer c.q. directie. In bijna alle gevallen is dan het vertrouwen ver te zoeken. Als je als baas, of als directie of als P en O baas niet uit kunt leggen aan je OR wat je plannen zijn en waar je naartoe wilt en waar de OR zijn instemming of mening over gevraagd wordt, al of niet met voldoende kennis van zaken aan de OR kant en diezelfde OR is niet bereid je te vertrouwen of te geloven of je advies op te volgen, dan helpt een externe adviseur gegarandeerd ook niet. U hebt me overtuigd, maar ik geloof u niet!
Ieder bedrijf, iedere ondernemer, krijgt de ondernemingsraad die het/hij verdient!