Dertig dagen die voelen als 30 jaar

Dertig dagen die voelen als dertig jaar. Een maand geleden verloor Sheryl Sandberg (45), topvrouw bij Facebook, haar man Dave Goldberg (47) bij een noodlottig ongeval. Op Facebook schreef ze op emotionele wijze over de eerste dertig dagen van rouw.

Vandaag is het einde van de sjelosjiem van mijn geliefde echtgenoot – de eerste dertig dagen. Binnen het jodendom markeert de sjelosjiem de voltooiing van de religieuze rouw voor een echtgenoot.

Een jeugdvriend die nu rabbijn is, vertelde me laatst het meest krachtige éénregelige gebed dat hij ooit heeft gelezen: ‘Laat me niet sterven terwijl ik nog in leven ben’. Ik heb dat gebed nooit begrepen voordat ik Dave verloor. Nu begrijp ik het. Ik denk dat wanneer je geconfronteerd wordt met een tragedie, je voor een keuze wordt gesteld. Je kunt toegeven aan de leegte, de leegte die je hart en je longen vult, die je vermogen om te denken of zelfs maar adem te halen belemmert. Of je kunt proberen om zin en betekenis te vinden. Deze afgelopen dertig dagen heb ik veel momenten doorgebracht in die leegte. En ik weet dat veel toekomstige momenten ook door die enorme leegte verteerd worden.

Maar wanneer ik kán, wil ik kiezen voor het leven, voor zin en betekenis
En dat is de reden dat ik dit schrijf: om het einde van de periode van sjelosjiem te markeren en om wat terug te geven van wat anderen aan mij gaven. Ondanks dat iedere rouwervaring ten diepste persoonlijk is, hielp de moed van degenen die hun eigen verhalen met mij deelden, mij. Zo trok ik mezelf er doorheen. Sommigen die hun hart openden waren mijn beste vrienden. Anderen waren volstrekte vreemden die publiekelijk hun wijsheid en advies gaven. Daarom wil ik delen wat ik heb geleerd in de hoop dat het iemand anders kan helpen. In de hoop dat iemand anders zin kan vinden in een tragedie.

Deze dertig dagen waren als dertig jaar
Ik ben dertig jaar droeviger. En ik voel me dertig jaar wijzer. Ik heb een dieper begrip gekregen van wat het is om een moeder te zijn. Door de diepte van de pijn die ik voel als mijn kinderen schreeuwen en huilen, maar ook door de verbinding die mijn moeder heeft met mijn pijn. Ze probeerde de leegte in mijn bed op te vullen, ze hield me elke nacht vast totdat ik mezelf in slaap huilde. Ze legde me uit dat de pijn die ik voel zowel mijn eigen pijn is als de pijn van mijn kinderen, en ik begreep dat ze gelijk had toen ik de pijn in haar eigen ogen zag.

Ik ben er achter gekomen dat ik nooit echt wist wat ik moest zeggen tegen anderen die het moeilijk hadden. Ik denk dat ik het vroeger helemaal bij het verkeerde eind had. Ik probeerde mensen gerust te stellen, dat het allemaal wel goed zou komen, denkend dat hoop de beste troost was die ik kon bieden. Een vriend van mij die kanker in een vergevorderd stadium heeft, vertelde me dat het ergste wat mensen tegen hem konden zeggen was: “Het komt wel goed.” Die stem in zijn hoofd bleef maar roepen: hoe weet jij nu dat het wel goed zal komen? Begrijp je dan niet dat ik waarschijnlijk stervende ben?

Deze maand heb ik begrepen wat hij me probeerde bij te brengen. Echt medeleven is soms juist erkennen dat het níét goed komt. Als mensen zeggen ‘Jij en je kinderen zullen ooit het geluk weer vinden’, zegt mijn hart: ja, dat kan ik geloven, maar ik weet dat ik me nooit meer intens gelukkig kan voelen. Zij die zeggen: ‘Je vindt uiteindelijk je weg wel, ook al zal het nooit meer zo mooi zijn als voorheen’, troosten mij meer, omdat zij de waarheid kennen en uitspreken.

Hoe gaat het vandaag?
Zelfs een simpele vraag ‘Hoe gaat het?’, vrijwel altijd met de beste bedoelingen gesteld, kan beter vervangen worden door de vraag ‘Hoe gaat het vandaag?’ Op ‘hoe gaat het?’ moet ik me inhouden om niet te schreeuwen: ‘Mijn man is een maand geleden overleden, hoe denk je dat het gaat?’ Als ik ‘hoe gaat het vandaag?’ hoor, dan besef ik dat degene wéét dat het beste wat ik op dit moment kan doen is om dag na dag door te komen.

Praktische dingen geleerd
Ik heb een aantal praktische dingen geleerd. Hoewel we nu weten dat Dave ter plekke stierf, wist ik dat nog niet in de ambulance. De reis naar het ziekenhuis was ondraaglijk langzaam. Nog steeds haat ik iedere auto die niet aan de kant ging, iedere persoon die het belangrijker vond om een paar minuten eerder op zijn of haar bestemming aan te komen dan ruimte te maken zodat wij erlangs konden. Laten we met zijn allen aan de kant gaan. Het leven van iemands ouder, partner of kind kan ervan afhangen.

Ik heb geleerd hoe vluchtig alles kan voelen, en misschien is alles ook wel vluchtig. Dat de grond waarop je staat zo zonder enige waarschuwing onder je voeten weg kan vallen. De afgelopen dertig dagen heb ik van te veel vrouwen die een echtgenoot hebben verloren verhalen gehoord over hoe de grond meerdere malen onder hun voeten wegviel. Sommigen ontbreekt het aan steun uit hun omgeving en zij staan er alleen voor als ze worden geconfronteerd met emotionele nood en financiële onzekerheid. Het lijkt me zo verkeerd dat we deze gezinnen aan hun lot overlaten wanneer de nood het hoogst is.

 

Ik heb geleerd hoe vluchtig alles kan voelen, en misschien is alles ook wel vluchtig.

 

Ik heb geleerd om hulp te vragen – en ik heb geleerd hoeveel hulp ik nodig heb. Tot nu toe was ik de oudere zus, de baas en de leider, de doener en de planner. Ik heb dit niet gepland, en toen het eenmaal gebeurde, was ik niet in staat heel veel te doen. Degenen die het dichtst bij me stonden namen het voor me over. Zij planden. Zij regelden. Zij vertelden me waar ik kon zitten en ze herinnerden me eraan dat ik moest eten.

Ik heb geleerd dat veerkracht kan worden aangeleerd. Adam Grant leerde me dat drie dingen cruciaal zijn. Personalisatie; beseffen dat het niet mijn schuld is. Volhardendheid; mezelf eraan herinneren dat ik me niet altijd zo zal blijven voelen. Het wordt beter. Pervasiviteit; dit hoeft niet elk gebied van mijn leven te beïnvloeden; soms is hokjesdenken gezond.
Voor mij was de terugkeer naar mijn werk een redding, een kans om me nuttig te maken en met anderen verbonden te voelen. Maar ik kwam er al snel achter dat zelfs die verbondenheid veranderd was. Veel van mijn collega’s keken met een schichtige blik als ik eraan kwam. Ze wilden graag helpen, maar wisten niet hoe. Moest ik erover beginnen? Of niet? En áls ik erover zou beginnen, wat moest ik dan in vredesnaam zeggen?

Opener en kwetsbaarder
Ik besefte dat als ik de nauwe band met mijn collega’s, die altijd zo belangrijk voor me is geweest, wilde herstellen, dat ik hen dan niet buiten moest sluiten. Dat ik me opener en kwetsbaarder moest opstellen dan ik ooit gedaan had. Ik vertelde hen dat ze oprechte vragen mochten stellen en dat ik ze zou beantwoorden. Ik zei ook dat het prima was als zij hun gevoelens lieten zien. Eén collega gaf toe dat ze regelmatig langs mijn huis reed, onzeker of ze even naar binnen zou gaan. Een ander zei dat hij zich verlamd voelde als ik in de buurt was, bang iets verkeerds te zeggen. Er in alle openheid over spreken nam de angst weg om het verkeerde te doen of te zeggen.

Toch zijn er nog momenten waarop ik anderen niet binnen kan laten. Zo ging ik ’s avonds naar school, waar de kinderen hun ouders rondleidden door de klaslokalen om hun werkstukjes die aan de muren hangen te laten zien. Vele ouders, die vaak zo lief waren, probeerden oogcontact te maken of iets te zeggen waarvan zij dachten dat het troost kon bieden. Ik keek continu naar de grond om oogcontact te ontwijken, bang dat ik het niet droog kon houden. Ik hoop dat ze het begrepen.

Ik heb geleerd dankbaar te zijn. Hoe gebroken mijn hart ook is, ik kijk steeds weer naar mijn kinderen en ben dan intens blij dat zij leven. Ik waardeer iedere lach, iedere knuffel. Voor mij is de volgende dag niet meer vanzelfsprekend. Het lukt me niet eens om uitdrukking te geven aan de dankbaarheid aan mijn familie en vrienden die zoveel voor mij hebben gedaan en die me verzekerd hebben dat ze er voor mij zullen blijven zijn. Als de maanden en jaren zich voor mijn ogen uitstrekken in een eindeloze leegte, halen alleen hun gezichten me uit mijn angst.

Optie B
Laatst sprak ik een van deze vrienden over een vader-kind-activiteit waar Dave nu niet aan kan deelnemen. We bedachten een plan om iemand anders de plaats van Dave te laten innemen. Ik huilde het uit: “Maar ik wil Dave, ik wil optie A.” Hij sloeg zijn arm om me heen en zei: “Optie A is niet beschikbaar. Dus laten we het beste maken van optie B.”

Dave, als eerbetoon aan jouw nagedachtenis en om je kinderen groot te brengen zoals zij het verdienen om grootgebracht te worden, beloof ik dat ik alles uit optie B zal halen. En ondanks dat sjelosjiem afgelopen is, rouw ik nog steeds om optie A. Zoals Bono zong: ‘There is no end to grief. and there is no end to love.’ Ik hou van je, Dave.