Crisisaanpak eindig

Alle topeconomen weten en voorspellen het inmiddels: we zitten in een forse economische recessie, de tweede van de double dip en we zullen er ook nog wel een groot aantal kwartalen (2015?) in blijven zitten. Crisisdenken:

De optimist: het glas is half vol. De pessimist: het glas is half leeg. De crisismanager: je hebt 50% glas te veel.



Een ondernemer is in zijn grondhouding altijd een optimist, heeft doorgaans geen gebrek aan doorzettingsvermogen. Maar wanneer geef je toe dat je bedrijf niet meer te redden is? Er komt een moment dat je moet kiezen tussen het omslaan van de bladzijde of het sluiten van het boek.

Het proces
In het begin denk je: het zal zo’n vaart niet lopen. Omdat het wél vaart liep, begin je vaak een paar maanden te laat met wat niets anders is dan op de kleintjes letten en FTE’s kaasschaven. We weten inmiddels weer wat kleintjes zijn en we weten dat veel kleintjes één heel grote kunnen maken. En hoe hard het ook klinkt, maar het kan helaas niet anders: medewerker voor medewerker, uur voor uur moet beoordeeld worden op zijn/haar aanwezigheid, absolute loyaliteit, productiviteit, prestaties, energie, creativiteit, ziekteverzuim, fouten%, betrokkenheid, inzet en als ‘saldo’ hiervan uiteindelijk zijn/haar netto opbrengst. Je móet nu kiezen dus doe dat dan ook met uiterste zorgvuldigheid.

“Wat kost-ie en wat levert-ie op?” is uiteindelijk de resultante van wat presteert iemand voor het bedrijf minus bruto jaarsalaris + vakantiegeld + secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden. Het echte cijfer is natuurlijk de nettowinst na belasting en die laat zich makkelijk omrekenen naar de winstbijdrage per medewerker, dat is alleen maar een kwestie van delen.

Vroeger, een jaar of drie geleden, was die opbrengst per medewerker bijna altijd positief. Maar nu, na een paar jaar krimp achter elkaar, ziet die rekensom er bij veel bedrijven negatief uit. Het grote voordeel van deze langdurige krimp is dat zelfs vakbonden inmiddels heel goed weten dat het geen kwestie is van én én maar van óf óf.

Kostendrive gericht op slimmer werken
Inmiddels red je het niet meer met kaasschaven alleen. Immers de krimp is zo langdurig en zo diep dat je onderaan de streep al enige tijd niets meer overhoudt. In het hoofd moet de draai gemaakt worden dat het nu even  niet meer gaat om groei maar om continuïteit. Een nieuwe kostendrive gericht op slimmer werken wordt het nieuwe devies. Onder druk wordt alles vloeibaar en plotseling kunnen we een hoofdkantoor wél met 30 % minder mensen runnen. Kan de productiviteit in de fabriek of het d.c. wél omhoog. Is er wél een hele hoop te besparen door slimmer en innovatiever te werken en de dingen in één keer goed te doen. Is er wel een mogelijkheid om het zonder niet rendabele, zogenaamde ondersteunende activiteiten te doen.

Als dat allemaal gerealiseerd is zitten we in het ‘mean en lean’ tijdperk. Als deze ‘mean en lean’ goed aangepakt is moet dat zichtbaar zijn in werkelijk elke laag van het bedrijf. Van hoog naar laag. Weet u het echt 100% zeker? Kan er echt niet harder en slimmer gewerkt worden? Zijn alle hobby’s er uitgesneden? Wordt niemand van de medewerkers meer met de mantel der liefde bedekt? Staat het hele team zo gespannen als een snaar, zo flexibel als mogelijk en tot de tanden gewapend in de juiste richting? Heeft u het op de rand van de krant stadium 100% zeker bereikt? Is het inmiddels zo efficiënt geregeld dat de eerste klanten beginnen te klagen over gebrek aan klantgerichtheid? Want dat is meestal het duidelijkste signaal dat u tot op het bot gesneden hebt. Even terugschakelen, wat meer lucht is zo gebeurd, maar eerst zorgen dat de bodem echt bereikt is.

De banken beginnen ook een pittig woordje mee te spreken. En bankiers zijn nu eenmaal geen ondernemers dus ieder risicogedrag wordt er bij deze beroepsgroep momenteel collectief uit geknepen. Doen ze dat niet zelf dan helpt DNB of de ECB wel een handje mee door allerlei nieuwe ratio’s te verzinnen en voordat ze ingevoerd zijn ze al te verhogen. Het woord ‘Basel 3’ valt in iedere directie- en RVC-vergadering van een bank inmiddels veel vaker dan ‘klant’. De enige afdeling die fors groeit bij werkelijk iedere bank in Nederland is ‘Bijzonder Beheer’. Gevolg: enerzijds een investeringsstop gecombineerd met maximale aflossingsplicht, maar anderzijds wordt er door al die macro-economen wel over de laagste rente ooit gesproken. Alleen jammer, dat je daar bij je eigen rentetarieven op je leningen bij de bank echt 0,0 van terugziet.

Reken niet op de bank, verlies geen tijd met hun spelletjes, ze stoppen er echt geen euro extra in maar proberen bij voortduring alleen maar te kijken hoe ze ‘eruit kunnen’ met zo min mogelijk schade. Daarom moét je zelf dingen verzinnen om de liquiditeitspositie overeind te houden:

  • voorraden naar beneden
  • betalingstermijnen oprekken
  • kwartaalhuren omzetten naar maandhuren
  • leveranciers nóg harder aanpakken
  • debiteuren het mes op de keel zetten
  • etc.


Wie de eindjes aan elkaar wil knopen moet echt met alles in touw zijn.



Recessieduisternis
De meeste bedrijven hebben deze periodes allemaal doorlopen. Omdat er nog steeds geen licht in de recessieduisternis gloort (wel weet ik zeker dat we iedere dag dichter bij het dieptepunt komen, om het eens positief te stellen), moet er weer iets anders verzonnen worden. Klopt de strategie echt wel helemaal, vooral bekeken vanuit de kostenkant? De klantendoelgroep, de marketing, de logistieke systemen, de communicatietechniek, het margemanagement, noem maar op. Moeten we weer niet van specialist generalist worden of omgekeerd? Heel vaak zijn er onder druk van de omstandigheden toch nog diverse strategie- en beleidsaanpassingen mogelijk. Die voeren we nu dan ook uit. Immers het is niet alleen een kwestie van denken maar ook van doen en doorzetten. Lastig? Jazeker, maar als het een kwestie van overleven is, is er volgens mij geen keus en omdat je echt niet weet of en wanneer het consumentenvertrouwen en die koopbereidheid weer aan gaat trekken kun je momenteel alleen maar sturen op de kostenkant. Kortom kun je meer doen met minder? Ga de problemen niet uit de weg in deze tijd. Ze lossen niet op, ze worden alleen maar uitgesteld en vaak veel groter.
Zou je toch niet beter kunnen fuseren? Daar, waar ik vroeger dacht, dat je van twee lijken niet één gezond lichaam kunt maken ben ik nu steeds meer de neiging toegedaan dat tóch maar te proberen.

Als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan.



Is het niet verstandig om een gedeelte van de activiteiten te sluiten of af te stoten? Waar het vroeger al moeilijk was om tegelijk twee pijlen op je boog te nemen tref je daar nu zeker geen doel mee.

In de natuur heb je geen beloningen of straffen, alleen maar consequenties. De consequentie van onze ongebreidelde groei en ons uitbundige gedrag van de eerste 10 jaar 21ste eeuw dienen we nú te accepteren. Samen, de hele samenleving, we waren nu eenmaal een maatschappij,  een naamloze vennootschap, van onbeperkte onverantwoordelijkheid. Dit is de nieuwe werkelijkheid.

Het is mijn vaste overtuiging dat als je op je tenen loopt je niet aangeboorde bronnen van creativiteit losmaakt. Dus blijf proberen, veel overwinningen werden bevochten door hen die het net iets langer volhielden. Doorzetters beginnen hun succes, daar waar anderen de moed verliezen, maar… steek de kop niet in het zand. Als je er alles aan gedaan hebt en het lukt echt niet meer, stop dan met ondernemen. Sluit de tent of vraag je faillissement aan. Het CBS berekende dat er nooit eerder zoveel bedrijven failliet gingen dan in februari 2013, namelijk 755! Iedereen heeft wel eens te maken met tegenslagen. Het is een onvermijdelijk onderdeel van het leven. Ook van ondernemers!

Een collega-ondernemer, Henk Rottinghuis, gaf me na het lezen van deze tekst de volgende reactie:

“Ik maakte de vergelijking altijd als volgt: eerst snij je het vet eraf en dan het vlees. Als dat ook niet helpt komt de keus: je arm of je been eraf? Het hangt erg af van de wedstrijd die je speelt waar die keus op uitdraait. Moet je de brei-wedstrijd winnen kies ervoor het been af te zetten. Moet je de horden lopen laat je arm er af halen. Ik vroeg overigens eens een directeur van een werkmij of hij echt geen kostenreductie meer kon vinden. Zijn antwoord: “Ja, ik kan het licht aan het eind van de tunnel nog uitdraaien!” Ik heb het er toen maar bij gelaten”.

Een pessimist is iemand die zegt dat het gister slecht was, dat het nu slecht gaat en dat het altijd slecht zal gaan. Een optimist daarentegen, is iemand die zegt dat het vroeger slecht was, dat het nog slecht gaat, maar dat het nooit erger kan worden dan het is.