Artikelen door newmore

Acquisitiegroei

Een bedrijf moet groeien om te blijven leven. Alles wat niet groeit, gaat dood. Maar alles wat te snel groeit, groeit ook dood. Groei moet je als ondernemer dus proberen te doseren. Ik denk overigens dat je dat als mens voor jezelf ook moet proberen. Ik ken mensen die als een raket opstegen maar binnen de kortste keren de weg kwijtraakten of anderszins in de lichamelijke of geestelijke gezondheids- of financiële problemen kwamen. Ik ken ook te veel eendagsvliegen, te veel talenten, die niet verder gekomen zijn dan talent. En te veel bedrijven, die veel te hard groeiden en net zo makkelijk als een zeepbel weer uit elkaar spatten.

Het gaat bij succesvol ondernemen om een beheerste groei creëren. Gerichte groei is groei én snoei. Waarbij het ook zeker is dat je zonder pijn niet kunt groeien.

 

 

Je groeitempo bepaal je zelf
Persoonlijk heb ik ervaren dat voor veel bedrijven een gemiddelde groei bóven de inflatie, van 5% tot 10% per jaar, over een rollende termijn van 5 jaar, een goed te managen groei is. Als het daarboven komt loop je veel te vaak achter de feiten aan, en als het eronder zit is het te weinig om alles en iedereen (bank, aandeelhouders, leveranciers, medewerkers, klanten) gemotiveerd en binnenboord te houden. Ondernemen is dus helemaal niet gebaseerd op een race. Het bouwen van een goed bedrijf is iets voor de lange termijn, dat kun je niet sprintend doen. Iedere keer zet je weer een stap, een belangrijke stap. Groei creëer je enerzijds door het gewoon beter te doen dan je collega’s in de markt (autonome- of organische groei genoemd) en anderzijds door collega-bedrijven in de markt over te nemen (acquisitie groei). Voor alles geldt : groter betekent à priori niet altijd sterker en beter.

De jacht
Overnemen, zo vindt men vaak, is een sexy vak. Het lijkt een beetje op jagen. Je brengt het “terrein” (de markt) in kaart, selecteert zorgvuldig, op basis van een groot aantal ervaringscriteria, de “prooi”, bepaalt je tactiek, je “drijft op”, “mat af “, legt emotioneel contact met de uiteindelijke beslissers, hebt veel …

Leren

Het enige concurrentievoordeel wat je kunt behouden is, naar mijn stellige overtuiging, het vermogen om sneller te leren dan je concurrenten. Daarom dien je binnen je bedrijf continue en zwaar in te zetten op leren, opleiden, (door)ontwikkelen en ontplooien van de deskundigheid van mensen en hun functies en afdelingen. Maar ook leren van de run rates, trends en onderliggende ontwikkelingen van je cijfers. Je leert van de signalen van je klanten en leveranciers. Van de toestand waarin je soms je teams aantreft, van de sfeer, van de vragende blikken in de ogen van je medewerkers. Maar ook van het knarsen van je organisatie en de signalen die je daarvan opvangt in je ondernemingsraad.

“Het is druk” mogen ze van mij in een OR als term niet gebruiken. Het is óf “lekker druk ” of “té druk “. Ook door een beter inzicht in de aard van het ziekteverzuim leer je veel. Van de opgeruimdheid van je kantoren en fabriekshallen of distributiecentra evenzo. Van fouten leer je vaak het meest. Van alles valt te leren, als je het maar wilt zien c.q. leert te zien. Het is in mijn ogen de enige manier om voorop te blijven lopen en je concurrenten net steeds één slagje vóór te zijn.

Een lerende organisatie
Het ontwikkelen van een lerende organisatie is géén eenvoudige klus. Je begint met mensen van de schoolbanken op te pakken. Dat valt niet mee. Na de ellende van de verloren mammoetgeneratie komen nu de producten van het tweede-fase onderwijs gekoppeld aan project gestuurde leermethoden in relatie met competentiegericht onderwijs binnenrollen. Parate basiskennis 0,0. Wel meesters in opzoeken. Lerende houding, zelden aanwezig. Discipline vaak volstrekt afwezig. Uren maken en buffelen, gaan tot het gaatje: nooit van gehoord. Zijn ze ook in staat tot individuele prestaties in plaats vanuit dat warme, veilige projectteam vooral samen iets te doen? Wat heeft het “opgroeien” met sociale media voor gevolgen voor hun kijk op mensen en de manier waarop ze echt samenwerken als ze life oog in oog zitten in plaats van contact via de snelle tweets? Ik heb eens een hele ochtend gediscussieerd met …

Familiebedrijf, zo vader, zo zoon?

Ondernemerschap is niet erfelijk. Aan ieder succesvol familiebedrijf komt een eind. Twee gevleugelde uitspraken waar ik de afgelopen jaren op allerlei ondernemers bijeenkomsten veel discussie mee los wist te trekken. Familiebedrijven worden wat mij betreft gedefinieerd als bedrijven waar zowel leiding als (meerderheids) eigendom en daardoor zeggenschap, in handen van één familie zijn.`

Bestaansrecht
Een bedrijf is, in mijn ogen, dus geen familiebedrijf meer als eigendom en leiding gesplitst worden en een externe directeur voor langere tijd de baas wordt. Een tussenpaus, voor een jaar of 5, bij nog te jonge familieopvolging als een soort generatie overbrugger, vind ik wél een goede zaak bij een familiebedrijf, doet het familiekarakter behouden maar ook juist iets losweken van al te sterke familiedogma’s.

Wat je momenteel overigens steeds vaker ziet is dat succesvolle, uitblinkende, familiebedrijven steeds meer gebruik maken van ‘extern’ talent in hun directies. Als het bedrijf o.l.v. de familie voor lange tijd marginaal gaat renderen is het dus ook niet meer succesvol. Overigens wordt dat meestal veroorzaakt doordat de leiding in handen komt van erfopvolgers die het niet kunnen. ‘Nog’ niet kunnen is in die situatie heel iets anders, want ook Pa heeft het moeten leren dus waarom zoon/dochter dan niet de kans geven om regelmatig met zijn of haar snufferd door het grind te gaan en door schade en schande wijs te worden? Het leerproces hoort bij nieuwe opvolgers. Fouten maken dus ook.

Uiteraard eindigt het succes van een familiebedrijf bij faillissement of gewone beëindiging. Als er simpelweg geen, of geen geschikte, of bijvoorbeeld een generatie geen geïnteresseerde familieopvolging aanwezig is houdt het ook (voorlopig) op. Bij een beursgang waarbij de familie de meerderheid van de aandelen en dus van de zeggenschap kwijt raakt is ook familiebedrijf af. Ik heb dat zelf met ons eigen bedrijf zo gedaan. Wij spreken over een beursgenoteerd familiebedrijf omdat leiding én een stevig gedeelte van de zeggenschap, maar geen meerderheid meer, nog steeds in handen van de familie zijn. Een familiebedrijf wat verkocht wordt aan een ander familiebedrijf is even familiebedrijf af en moet zich gaan wentelen in en richten op nieuwe familiemores. Soms …

Autonome groei

In het bedrijfsleven gaat het verkopen alleen maar succesvol volgens het omgekeerde ABC-model: ofwel eerst moet je contact hebben, dan kun je een boodschap sturen en vervolgens pas actie ondernemen. Daar wordt tegenwoordig zo ’n beetje iedere fatsoenlijke commerciële aanpak op gebaseerd. Dat geldt voor autonome groei ook precies zo. Maar het eerste wat je moet doen is vaak het laatste wat je wilt doen.

Heel veel commerciële jongens vinden het leuk en interessant om met klanten in de weer te zijn. Maar daar gaat echt iets basics aan vooraf:

  1. Weet zeker dat het een goed product of dienst is waar je de boer mee opgaat (productleiderschap)
  2. Weet ook zeker dat je het tegen de juiste prijs aanbiedt en voor de juiste prijscalculatie moet je simpel weten dat je kosten kloppen. Dus dat je prijs, op basis van je kostenstructuur geen miscalculatie is omdat simpel gezegd je kosten niet marktconform zijn en/of je winstopslag niet realistisch waardoor je product niet (meer) concurrerend in de markt staat(kostenleiderschap).

 

Zaken op orde
Het klinkt allemaal heel simpel, maar dat komt omdat het de basis is. De driehoek staat niet voor niets op deze twee poten. Maar als de basis klopt kun je pas met enig realisme op een klant afstappen en gaan werken aan je klantrelatie. Anders gezegd voordat je dingen van de daken schreeuwt, moet je eerst zorgen dat je die zaken op orde hebt.

Ook de basis verdient constant onderhoud. De vraag “bied ik in elk marktsegment waar ik in wil zitten nog wel steeds de juiste product of diensten mix aan die me onderscheidend vermogen geeft ten opzichte van de concurrentie” is een voortdurend proces van kijken, voelen, informeren, controleren, concluderen en aanpassen, het is iets levends. Autonome groei wordt niet voor niets ook wel “organische” groei genoemd.

Veel mensen zeggen en denken: het loopt zo’n vaart toch niet met die productaanpassingen. Maar wist u dat een pc van nu meer capaciteit heeft, meer rekenkracht, meer snelheid, meer geheugenopslagcapaciteit dan een computer die nog geen 25 jaar geleden een paar miljoen kostte en die in een flink gekoelde zaal …

De cirkel is rond

Al vanaf mijn zevende tot en met nu ben ik betrokken bij de geitenfokkerij. Als hobby hou ik geiten, fok ik geiten en ga ik er mee naar keuringen. Dat heeft ook eens geresulteerd in de functie van voorzitter van de geitenfokvereniging, iets wat maar weinigen gegeven is. Een functie die ik ruim tien jaar bekleed heb. Dat staat natuurlijk weer prima op je CV!

Geitenselectie
Het lastige maar ook het mooie van fokken is dat je nieuwe aanwas op stal krijgt. Dat bied je de kans om je geitenselectie kwalitatief te verbeteren, maar ook heeft dat tot gevolg dat de stallen volraken en je op moet ruimen. Het verkopen van jonge kwalitatief hoogstaande geitlammeren is nooit een probleem, daar is altijd wel vraag na, maar boklammeren geven meer problemen. Ten eerste heb je aan één dek-bok voldoende op tientallen geiten, ten tweede zijn ze wat lastig op stal omdat ze beginnen te stinken zodra ze geslachtsrijp zijn en ook redelijk sterk worden, en ten derde moeten ze echt weg want anders krijg je inteelt in het koppel en dat is weer niet goed voor de gezondheid. Eenmaal per jaar lever ik mijn jonge bokjes en de wat mindere geitlammeren daarom, rond de 10 à 15 kg, aan een veehandelaar die ze naar Frankrijk brengt waar het “Slippens zuiglam” een ware delicatesse is.

 

 

Vakantie
Thuis speelde zich rondom de jonge bokjes ook eens een gezinsdrama af. Mijn zoon Lo had een lievelingsbokje, Jantje, genoemd naar mijn broer. Toen het “zijn tijd werd” heb ik verteld dat Jantje op vakantie ging naar Frankrijk. En als hij er om vroeg was Jantje nog steeds op vakantie. Net zoals met Sinterklaas kwam hij rond zijn 9e achter de echte feiten, toen was Pa natuurlijk niet meer betrouwbaar.

Ik ben blij dat mijn jonge bok- en geitlammeren tegenwoordig de kans krijgen om in Nederland opgefokt te worden, om dan in prima conditie vervolgens geslacht te worden, waarna ze bij Sligro over de toonbank gaan. De voedselketencirkel is rond!

Niets aan toe te voegen

Graag wilde ik jullie deze column van Marc Lammers uit het Financieele Dagblad van woensdag 29 augustus 2012 met jullie delen.

 

Vandaag gaan in Londen de Paralympics van start. Twaalf dagen lang komen 21 sporten voorbij. En gelukkig besteedt de NOS zendtijd aan dit grote toernooi.

Om de deelnemers aan te duiden zijn we in de afgelopen jaren steeds ingewikkelder gaan praten, ‘Mindervaliden’ en ‘mensen met een beperking’ kwamen in de plaats van ‘gehandicapt’. Maar ben je gehandicapt als je met één been uitblinkt in een zwemonderdeel? Het is de vraag of Micael Phelps wint, als ook hij maar één been kan gebruiken.

Een tijd terug hoorde ik over een onderzoek naar telefonistes in het bedrijfsleven. Blinde telefonistes blijken het best te zijn. Zij zijn zo gericht op hetgeen ze horen, dat ze beter luisteren en dienstbaarder en oplossingsgerichter telefoneren. Ze compenseren waar ze niet goed in zijn.

Dat zouden wij ook wat vaker moeten doen, als ondernemers. Ten eerste moet je dan weten waar je niet goed in bent. Voor velen is dat al een hele opgave. Ten tweede moet je ergens in uitblinken, zodat je kunt compenseren waar je niet goed in bent. Ook daar zijn wij doorgaans niet op berekend.

Sterker nog, ons economisch systeem en ons onderwijs zijn helemaal niet gericht op uitblinken, maar op ‘gemiddeld voldoende’ scoren.

Als we in de komende dagen iets kunnen leren van de Paralympics, is het wel het vermogen om je te richten op wat je wel kunt.

We denken als ondernemers vaak in onmogelijkheden: “Dat kan niet, omdat…” Mensen zoals Nick Vujicic denken in wat ze wel kunnen. En Nick werd geboren zonder armen en benen. Om te zien wat hij presteert, moet je eens zijn naam opzoeken op YouTube. Daar zie je hoe hij omgaat met zijn handicap.

Hier in Den Bosch heb ik contact met een tennisser die een handicap heeft. Ik heb gezien dat hij leeft als een topsporter. Ook in motivatie is hij sterker dan menigeen van ons. Ik sprak met hem over dit fenomeen, over de crisis en hoe je daaruit komt. Hij …

Geen woord aan te te voegen

Het onderstaande artikel komt uit het Financieele Dagblad van woensdag 29 augustus 2012. Dat is andere koek dan “het gras was te lang, het was te warm” of “de scheidsrechter was partijdig”.

Gehandicapt
Column Marc Lammers

Vandaag gaan in Londen de Paralympics van start. Twaalf dage lang komen 21 sporten voorbij. En gelukkig besteedt de NOS zendtijd aan dit grote toernooi.

Om de deelnemers te aan te duidden zijn we de afgelopen jaren steeds ingewikkelder gaan praten. ‘Mindervaliden’ en ‘mensen met een beperking’ kwamen in de plaats van ‘gehandicapt’. Maar ben je gehandicapt als je met één been uitblinkt in een zwemonderdeel? Het is de vraag of Michael Phelps wint, als ook hij maar één been kan gebruiken.

Een tijd terug hoorde ik over een onderzoek naar telefonistes in het bedrijfsleven. Blinde telefoniste blijken het best te zijn. Zij zijn zo gericht op hetgeen ze horeb, dat ze beter luisteren en dienstbaarder en oplossingsgerichte telefoneren. Ze compenseren war ze niet goed in zijn.

Dat zouden wij ook wat vaker moeten doen, als ondernemers. Ten eerste moet je dan weten waar je niet goed in bent. Voor velen is dat al een hele opgave. Ten tweede moet je ergens in uitblinken, zodat je kunt compenseren waar je niet goed in bent. Ook daar zij wij doorgaans niet op berekend.

Sterker nog, ons economisch systeem en ons onderwijs zijn helemaal niet gericht op uitblinken, maar op ‘gemiddeld voldoende’ scoren.

Als we in de komende dagen iets kunnen leren van de Paralympics, is het wel het vermogen om je te richten op wat je wel kunt.

We denken als ondernemers vaak in onmogelijkheden: “Dat kan niet, omdat…” Mensen zoals Nick Vauijcic denken in wat ze wel kunnen. En Nick werd geboren zonder armen en benen. Om te zien wat hij presteert, moet je eens zijn naam opzoeken op YouTube. Daar zie je hoe hij omgaat met zijn handicap.

Hier in Den Bosch heb ik een contact met een tennisser die een handicap heeft. Ik heb gezien dat hij leeft als een topsporter. ook in motivatie is hij sterker dan menigeen van ons. Ik …

Aanwezig

Minstens 30 jaar geleden las ik het boek ‘Aanwezig’ van Jerzy Kosinski. Ik heb uit dit boek veel inspiratie gehaald voor mijn ondernemerschap. Niet omdat het zo’n goed boek is, want het is eigenlijk maar een slecht geschreven romannetje (tenminste voor zover ík me deze opmerking kan permitteren) maar ik heb er wel veel van geleerd. Het  is nog steeds te koop bij www.deslegte.com. Het boek is ook verfilmd. De film heet ‘Being There’ met Peter Sellers en Shirley MacLaine in de hoofdrollen.

Het boek gaat over een tuinman die niet kan lezen en schrijven maar die al zijn antwoorden, omdat hij geen andere wereld kent, uit de natuur haalt. Op een gegeven moment komt hij door toeval in contact met de president van Amerika die hem de vraag stelt wat hij vindt van de economische ontwikkelingen en dan antwoordt: “In een tuin is er een groeiseizoen. Je hebt de lente en de zomer, maar je hebt ook de herfst en de winter. En daarna opnieuw de lente en de zomer. Zolang de wortels niet zijn afgebroken, is alles goed en wordt alles goed.”

De president vindt dit een van de meest verfrissende en optimistische verklaringen die hij in lange tijd gehoord heeft. Hij antwoordt: “Velen van ons vergeten dat natuur en maatschappij één zijn! Wij zijn blij met de onvermijdelijke gang der seizoenen in de natuur, en toch raken we overstuur van de gang der seizoenen in onze economie!” De tuinman wordt vervolgens de belangrijkste adviseur van de president, daar is het boek immers een roman voor.

Terugvinden in de natuur
Alhoewel ik katholiek gedoopt ben geloof ik niets van de scheppingstheorie uit de bijbel. Dit in tegenstelling tot de evolutietheorie van Darwin die mij wel als geloofwaardig overkomt. Wij mensen zijn ook ‘gewoon’ hieruit ontstaan. Het is in mijn ogen dan ook niet vreemd dat heel veel van de ontwikkelingen en verschijnselen die we als mens meemaken ook terug te vinden zijn in de natuur.

Omdat ik zelf  graag in en met de natuur ben en met mijn geiten, kippen, paarden, weilanden en tuin voldoende vergelijkingsmateriaal heb …

Sollicitatietraining

Met een snel stijgend aantal werkzoekenden en een fors afnemend aantal vacatures zijn schoolverlaters voorlopig terecht gekomen in een arbeidsmarkt die anders is dan toen ze een jaartje of 4 tot 7 geleden aan hun studie begonnen. De tijd dat er al tijdens je stageperiode aan je getrokken wordt, is gewijzigd in heel intensief zelf moeten zoeken. Een gemiddelde van 13 sollicitaties voordat je ergens aan de slag mag is de meest actueel gemeten situatie.

De afgelopen weken heb ik weer eens meegedraaid in een procedure ter invulling van een vacature . Het vereiste: HBO opgeleid, dus HEAO, HAS of HHS, zonder noodzakelijke echte werkervaring. De schriftelijke voorselectie viel al niet mee. Van de ruim 200 sollicitanten waren er ongeveer 80 in staat om een fatsoenlijke, foutloze brief te sturen. De meerderheid stuurt een slecht verzorgde, weinig persoonlijke e-mail, waarbij ze vaak vergeten hun echte adres of telefoonnummer te vermelden, zodat je dus alleen terug kunt e-mailen. Er waren kandidaten bij die mededeelden dat, als je behoefte had om hun cv in te zien, je dan zelf maar hun ‘attachment’ moest openen.



E-mails moet je als selecteur zelf printen. Immers, om kandidaten in een eerste selectie schriftelijk te beoordelen, moet je ze ook vergelijken met anderen en dat is brief na brief proberen op kwaliteitsvolgorde te leggen. Dus alleen e-mailen is gewoon lastig, maar dat vind ik. Spellingsfouten, grove stijlfouten, half afgemaakte zinnen, geen goede lay-out, alles kom je tegen. Of iemand m/v is kun je uit de schriftelijke reacties regelmatig niet concluderen. Laat staan dat een goede motivatie in de sollicitatiebrief te vinden is.

Van de 40 personen die we uitgenodigd hebben met een voorkeur datum/tijdstip onzerzijds, konden er slechts 25 op de aangegeven tijd. Aanpassingsvermogen van de rest? Vier zijn er, na de schriftelijke oproep, zonder afmelding niet op komen dagen, acht waren er niet op tijd. Sommige hadden een kostuum aan, een enkele sollicitant zelfs met een stropdas, een enkeling had geen sokken aan, of droeg een t-shirt. De dames zagen er overigens stuk voor stuk netjes uit. Maar met van die hele hoge hakken en een …

Uiterste houdbaarheid termijn

Het is binnen alle huidige economische en maatschappelijke kaders zeker geen vanzelfsprekendheid tegenwoordig om je bedrijf succesvol te laten scoren. Echt goede bedrijfsresultaten bereik je vaak alleen maar door je mensen en zelden met technische of commerciële slimmigheden. Gelukkig maar, vind ik. Je taak als eind leidinggevende is dus eigenlijk ‘alleen maar’ je team goed samen te stellen, in conditie te houden en top te laten presteren, jaar in, jaar uit.

Hoe doe je dat? Het is allereerst heel hard werken en het geluk hebben dat je in je genen hiervoor veel beschikbare energie hebt meegekregen. Buffelen en gaten dichten. Trekken, duwen, sleuren en zeuren. Met stroop en azijn. Hier een worst voor de mond en daar een schop onder de kont. Delegeren, veel uit handen geven, maar nooit los laten. Hard met een ‘d’ en hart met een ’t’ kunnen zijn. Snel kunnen schakelen, maar ook het lef hebben om soms even bewust niets te doen en de rust te bewaren. Overzicht door alle onderdelen van je bedrijf scherp in beeld te hebben en te houden, meten is weten. Kan ik mijn medewerkers nog bereiken , beroeren, boeien en binden?

Heldere sub- en totaaldoelen kunnen stellen, per bedrijfsonderdeel, en hier een heel jaar duidelijk over kunnen, willen en moeten communiceren. Zelf scherp zijn en zelf scherp blijven. Voorgaan in de strijd, maar tegelijkertijd de bezemwagen goed in de gaten houden om zoveel mogelijk van je mensen binnen boord te houden.


Het moeilijke, maar ook het mooie van leiderschap is dat je mensen je vertrouwen. Met sommigen heb je een één op één-relatie, die wel lijkt op een huwelijk. Met anderen leef je in een bedrijfscommune, en ook voor deze wat meer op afstand staande teamleden moet je zorgen dat je inspirerend en motiverend bent.

Bij ieder bedrijf waar ik bij betrokken ben vraag ik me bij het begin van ieder nieuw jaar altijd af: ben ik nog de juiste man op de juiste plaats?

Dat doe ik aan de hand van de volgende vragen en daarin verpakte stellingen, gebaseerd op wezenlijk belangrijke en noodzakelijk aanwezige leiderschapskwaliteiten:

  • Heb ik nog

Multiculti

Privé, als burger, ben ik niet van de  ‘politiek’. Ik heb dan ook besloten daar nu en in de toekomst zeker geen blog aan te besteden. Maar toch bij een bepaald onderwerp ontsnapt het me wel eens…

Veel Haagse zinnen beginnen met: “Ik denk”. Terwijl het bij ondernemen gaat om wat je besluit: “Ik doe”. Ik hoorde Van Agt ooit zeggen: “Politiek is al het geen waar logisch denken zich tegen verzet.” Persoonlijk vind ik dat de politiek liever later de rommel wil opruimen dan te vermijden dat er rommel komt. Er is bijna altijd sprake van symboolpolitiek maar we kunnen veel beter de veroorzakers    bestrijden in plaats van de gevolgen. Het poldermodel, waarin iedereen een beetje gelijk moet krijgen, is een alibi voor de politiek om pijnlijke, maar heldere keuzes uit de weg te gaan. Daarnaast is alles wat ik vraag aan politici zich te beperken tot het veranderen van de wereld en niet ook de waarheid.

Fons Jansen, oud cabaretier en schrijver heb ik eens horen zeggen: “Een politicus is iemand die het tegendeel bedoelt van wat hij of zij ten onrechte heeft willen ontkennen en het dan toch maar bevestigt onder voorbehoud.” Wist u overigens dat van alle 12 ministers uit het kabinet Rutte I niemand economie heeft gestudeerd? Dat zou in deze economische crisis toch wel makkelijk geweest zijn, enig economisch-theoretisch kader om de huidige problemen mee te analyseren.

Je kunt er privé van alles van vinden, maar als ondernemer heb je eigenlijk maar één zorg: heeft dat  politiek -geroep, -geschreeuw en besluiteloosheid en het heel en half beslissen over van alles en nog wat invloed op jouw samenleving,  jouw bedrijf, met haar medewerkers?



Wat voegen discussies over een Polenmeldpunt, waarin Oost Europeanen als zuiplappen en wegmisbruikers worden weg gezet, de kopvoddentax, moslims, handenschud incidenten van Rita Verdonk,  de kut Marokkaan, de moord op Theo van Gogh en noem maar op, toe aan het werken binnen de multiculturele samenleving die bijna ieder bedrijf nu eenmaal is? De medewerkers teams van bijna alle bedrijven die ik ken, zijn samengesteld uit meerdere nationaliteiten. Uiteraard is het grootste gedeelte …